Twijfelen hoort bij het leven. Er is niemand die nooit twijfelt. Als je twijfelt, voel je je onzeker over een bepaalde keuze die je hebt genomen. Ook kan je twijfelen over een keuze die je zou willen of zou moeten maken. Als je twijfelt aan jezelf of je vaardigheden, heb je last van zelftwijfel. Productief en tijdelijk twijfelen is niet ongezond. Je overdenkt de situatie en je weegt de voor- en nadelen tegen elkaar af. Je maakt even pas op de plaats.
Ongezonde twijfel
Twijfel wordt ongezond als je langdurig twijfelt en het een verlammende uitwerking op je heeft. Als je over alles gaat wikken en wegen, krijgt de twijfel een destructieve rol in je leven. Je piekert dag en nacht. Je komt in een neerwaartse spiraal terecht en dit werkt demotiverend. Je gedachten vliegen alle kanten op en je bent niet langer in staat om überhaupt nog tot een beslissing te komen. Lichamelijke klachten als zweten, hartkloppingen, hoofd- en buikpijn kunnen voorkomen.
Omgaan met twijfel
Belangrijk is om je twijfels hanteerbaar te krijgen. Probeer een balans te vinden tussen langdurig, veelvuldig twijfelen en helemaal niet twijfelen. Is er iemand in je omgeving die je in vertrouwen kunt nemen? Het helpt om je (vaak negatieve) gedachten onder woorden te brengen en uit te spreken. Letterlijk je hart te luchten. Ga hiernaast ook een gesprek aan met jezelf. Wat veroorzaakt die verlammende twijfel? Ben je bang om te falen? Van nature onzeker of perfectionistisch? Laat je je snel leiden door de mening van anderen? Welke invloed hebben jouw twijfels op jouw gevoelens, jouw gedachten en jouw dagelijkse werkzaamheden? Ben je bang om een verkeerde keuze te maken? Stel dat je de “verkeerde” keuze neemt. Kun je dan nooit meer terug en zit je er voor altijd aan vast? Meestal is dat niet het geval. Vaak kun je later weer terug of anders kun je een fonkelnieuwe keuze maken. Besef dat niemand in de toekomst kan kijken en garanties niet bestaan. Ga meer af op je intuïtie. Soms moet je je verstand aan de kant schuiven en je gevoel volgen. Je intuïtie kan een goede raadgever zijn.
Zelftwijfel en de innerlijke criticus
Twijfelaars zijn meestal ook zelftwijfelaars. Mensen met zelftwijfel onderschatten vaak het goede in zichzelf terwijl ze het negatieve in zichzelf onrealistisch groot maken. Hoe denk jij over jezelf? Is dat vaak negatief? In de zin van: dat kan ik toch niet, ik ben te dom, te dik, niemand vindt mij leuk? Ben je je bewust van je innerlijke criticus? De innerlijke criticus is dat zeurderige stemmetje in jezelf. Hij heeft geen goed woord voor je over. Soms zijn mensen zo gewend geraakt aan hun innerlijke criticus dat ze hem op zijn woord geloven. Het is mogelijk om hem uit te schakelen, al zal je dat moeten oefenen. Probeer eens een tijdje op te schrijven wat hij tegen je zegt. Zie je al die negatieve zinnen onder elkaar staan? Dit moet stoppen. Kort gezegd moet je hem letterlijk tegenhouden als hij zijn mond weer wil opentrekken. Probeer de focus te verleggen en het negatieve om te buigen naar iets positiefs. Maak je gedachten constructief, gebaseerd op de werkelijkheid, zodat het positieve ook geloofwaardig is voor jezelf. Schrijf dit ook op. Herhaal het zo vaak mogelijk en geef jezelf complimentjes. Je kunt jezelf niet vaak genoeg complimenteren. Denk je sterker. Je bent een waardevol mens en je mag er gewoon zijn. Hoe groter je zelfvertrouwen, hoe makkelijker het voor je zal zijn om keuzes te maken.
